Eyeopeners: de feiten en fabels over zonnebrillen
Nu de lente officieel is aangebroken, is het tijd om de zonnebril weer op te poetsen. Want niet alleen is dit een onmisbaar accessoire van een zonnige look, in de eerste plaats dient een zonnebril natuurlijk voor bescherming van de ogen. De zon is namelijk net zo slecht voor de ogen als voor de huid. Door de ogen goed te beschermen kunnen versnelde vorming van oogaandoeningen en snelle veroudering van de ogen voorkomen worden. Specsavers zet de feiten en fabels over zonnebrillen op een rij.
Feit of fabel?
1. Het is belangrijker om een zonnebril te dragen in de zomer dan in de winter
Dat je alleen op zomerse dagen een zonnebril hoeft te dragen is een fabeltje. Toch wordt de zonnebril vaak pas weer opgezet zodra de eerste zonnige, warme dag aanbreekt. Maar zelfs op een bewolkte dag dringt 50 procent van de UV-stralen door het wolkendek heen. Zonkracht hangt dus niet af van de temperatuur, want zonkracht kan op een heldere, koude dag net zo hoog zijn als op een warme, zomerse dag. En wanneer je op de piste staat, is de weerkaatsing van de lichtstralen zelfs nog feller dan normaal. Sneeuw heeft namelijk de functie van een spiegel: het weerkaatst de felle zonnestralen. Tijdens de wintersport is extra bescherming tegen lichtinval dus essentieel.
2. Een dure zonnebril beschermt je ogen beter dan een goedkope
Dat een dure zonnebril betere bescherming biedt dan een goedkope is absoluut een fabel. Het gaat erom dat hij voldoende bescherming biedt tegen UV-straling. Met UV400 ben je er zeker van dat een zonnebril de schadelijke stralen grotendeels blokt. Daarnaast moeten zonnebrillen binnen Europa voldoen aan het CE-keurmerk, gevolgd door een cijfer van 0 tot 4. Dit CE-keurmerk zegt iets over de hoeveelheid licht die een bril doorlaat. Hierbij biedt CE 0 de minste bescherming, geschikt voor bijvoorbeeld bewolkt weer in de stad, en biedt CE 4 bescherming bij extreem hevig licht, zoals in het hooggebergte. Een zonnebril met UV400 en CE 3 is aan te raden voor algemeen gebruik. Een goedkope zonnebril biedt dus dezelfde bescherming als een dure, zolang de UV-filter en het CE-keurmerk maar in orde zijn.
3. Het maakt niet uit welke kleur brilglazen je draagt
Naast een brede diversiteit aan monturen, is er ook keuze uit verschillende kleuren glazen voor zonnebrillen. Maar kijk je ook anders de wereld in als je door andere kleuren glazen kijkt? Zicht wordt hier zeker door beïnvloed en bepaalde kleuren zijn beter geschikt voor verschillende weersomstandigheden of activiteiten. Roze glazen verhogen bijvoorbeeld de zichtbaarheid en het contrast, terwijl bruine glazen geschikt zijn voor wisselende weersomstandigheden en alle buitenactiviteiten.
4. Polariserende glazen bieden een betere bescherming
Dit heeft te maken met de omgeving waar je je bevindt. Alleen wanneer je te maken hebt met ‘horizontale schittering’ - zoals op het water, strand, in de sneeuw, hoog in de bergen of bij laagstaande zon - kijkt een polariserende bril rustiger. Daarnaast zorgen deze glazen voor een veel scherper en contrastrijker beeld. Het is dus niet zo dat polariserende glazen je ogen beter beschermen, want een normale zonnebril met UV-bescherming volstaat ook.
5. Kleine kinderen hebben geen zonnebril nodig
Een fabel, want kinderen moeten absoluut altijd een zonnebril dragen, vooral als zij buiten spelen. De pupillen van kinderen zijn namelijk groter en hun ooglenzen bevatten minder beschermend pigment. Kinderogen zijn daardoor extra kwetsbaar voor UV-straling. Ook babyogen moeten van meet af aan beschermd worden tegen de zon en hiervoor is een zonnehoedje alleen niet genoeg. Koop voor kinderen daarom nooit (speelgoed)zonnebrillen zonder goede UV-filter, maar ga voor een bril met sterke kunststof glazen. Oogartsen raden aan om kinderen zo snel mogelijk te laten wennen aan een zonnebril, om zo oogschade te voorkomen.